Impingement

Impingement

Wat is impingement? 
‘Impingement’ is een Engelse term en kan vertaald worden met ‘inklemming’. Met een ‘impingement syndroom’ wordt bedoeld dat de (pijn) klachten van de schouder worden veroorzaakt doordat weefsel (bot, spier, pees, slijmbeurs, kapsel enz.) in de schouder bekneld raakt.

Inleiding

De ruimte tussen schouderdak en de kop van de bovenarm bedraagt ongeveer 1 cm. Als deze ruimte kleiner wordt, kunnen weefsels minder goed onder het schouderdak doorbewegen.
Het impingement syndroom is de meest gestelde diagnose bij patiënten met klachten rond de schouder; het betreft een ‘verzameldiagnose’.

Wat raakt ingeklemd? 
De meest voorkomende inklemming treedt op onder het schouderdak. Vaak is het de pees van een spier die bekneld raakt onder het schouderdak.
(Zie figuur: pees m. supraspinatus)

Ingeklemde weefsels in deze ruimte kunnen zijn:

  • pezen
  • slijmbeurs
  • kapsel

Linker schouder van achteren gezien, met de slijmbeurs ingekleurd.

Oorzaken

Er worden 2 types impingement onderscheiden: primair en secundair impingement

Oorzaken van een primair impingement Bij primair impingement wordt de ruimte onder het schouderdak te klein door lokale veranderingen die plaatsvinden in weefsels boven de kop van de bovenarm. Vaak speelt veroudering een rol.

Soms komt het voor dat het schouderdak een afwijkende vorm heeft of heeft gekregen. Dit is zichtbaar op een röntgenfoto. Als dit de oorzaak van de klacht is, kan een operatie overwogen worden. Bij de operatie wordt de ruimte onder het schouderdak vergroot

Bij overbelasting ontstaat meer wrijving of kleine beschadigingen. Hierdoor raakt de slijmbeurs geïrriteerd en wordt dan dikker waardoor weefsels ingeklemd raken.

Bij veroudering wordt de kwaliteit van de pezen minder (dit proces heet tendinose) waardoor deze dikker worden.

Oorzaken van een secundair impingement

Bij secundair impingement ontstaat de inklemming door veranderingen in weefsels die lager dan de kop van de bovenarm zijn gepositioneerd. Het probleem ligt vaak meer regionaal.

  • Te slappe, niet goed samenwerkende of verkorte spieren van de schoudergordel.
  • Een verkeerde houding waardoor het schouderblad minder goed kan meebewegen.
  • Onvoldoende meebewegen van het schouderblad bij heffen van de arm.
  • Te weinig of te veel beweeglijkheid in het kapsel van het schoudergewricht.
  • Een instabiel schoudergewricht.
  • Een val waardoor weefsels onder het schouderdak ontstoken raken en waardoor deruimte onder het schouderdak minder wordt.

Primair of secundair impingement komen vaak tegelijk voor en zijn in de praktijk vaak moeilijk te onderscheiden.

Klachten en verschijnselen

Typisch bij een impingement syndroom is het pijnlijke traject bij het actief heffen van de arm.

Pijnlijk traject bij impingement:

Overige, ook vaak voorkomende klachten zijn:

  • Bij het heffen van de arm een stekende of zeurende pijn.
  • Pijn rond het schoudergewricht.
  • Uitstralende pijn aan de zijkant van de bovenarm beginnende net onder deschouder tot halverwege de bovenarm.
  • Pijn bij liggen op de aangedane schouder.
  • Iets uit de achterzak van de broek pakken geeft pijn.

Beloop

Bij beginnende klachten is sprake van pijn die komt en gaat. In het begin voelt u de pijn pas na afloop van fysieke activiteit, later ook vaker tijdens activiteit en vervolgens zelfs een continue pijn die ook ’s nachts aanhoudt.
Bij aanhoudende / toenemende klachten kan de beweeglijkheid van de schoudergordel door de pijn geleidelijk verminderen.
Bij jonge mensen +/- 25 jaar ontstaat de klacht voornamelijk bij het uitoefenen van bovenhandse sporten zoals bijv. tennis, volleybal, zwemmen en werpsporten. Vrijwel altijd is sprake van secundair impingement.
Bij mensen tussen de 25 & 40 jaar door een beroep met veel bovenhands werk.
Bij mensen boven de 40 jaar wordt de kwaliteit van pezen minder (tendinose) en hierdoor kunnen eerder klachten ontstaan bij bovenhandse werkzaamheden.
Bovendien zijn mensen die normaal gesproken weinig lichamelijk actief zijn, eerder vatbaar voor deze klachten tijdens een periode van toenemende belasting.

Artikel 50 lid 1 BARP

Artikel 50 Besluit algemene rechtspositie politie

Bwb-id:BWBR0006516Officiele titel:Besluit van 16 maart 1994, houdende vaststelling van de algemene rechtspositie van de politieCiteertitel:Besluit algemene rechtspositie politieOok bekend als:BARP
Soort regeling:AMvBWetsfamilies:Politiewet 1993
Besluit algemene rechtspositie politie
Politiewet 2012
Eerst verantwoordelijk ministerie:Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Geldigheidsdatum:24 juni 2020Ingangsdatum:1 februari 2016vorigevolgendeDownload PDF-versie
Stuur deze amvb door via email
Stel een juridische vraag
Voeg toe aan favorieten» Vergelijk internet, digitale tv en bellen «advertorial
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!

Hoofdstuk VII. Arbeidsgezondheidskundige begeleiding en maatregelen en enkele overige bepalingen in verband met ziekte en zwangerschap§ 1. Arbeidsgezondheidskundige begeleiding en maatregelenArtikel 501.

De ambtenaar kan worden verplicht om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan:

a. indien het bevoegd gezag gegronde redenen heeft om te twijfelen aan de goede gezondheidstoestand van de ambtenaar;

b. indien de ambtenaar niet meer volledig geschikt is gebleken voor het verrichten van zijn arbeid;

c. ter beantwoording van de vraag of de ambtenaar tijdens het tijdvak waarin hij wegens ziekte ongeschikt is om zijn arbeid te verrichten, in het belang van zijn genezing arbeid mag verrichten en om vast te stellen welke arbeid wenselijk wordt geacht;

d. voor zover dit noodzakelijk is ter voorbereiding van een beslissing naar aanleiding van de aanvraag om een hernieuwd onderzoek als bedoeld in artikel 51;

e. indien de ambtenaar in contact staat of kort geleden heeft gestaan met een persoon die een ziekte heeft waarvoor ingevolge de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, een aangifteplicht geldt;

f. om te beoordelen of de ambtenaar die de functie heeft van vlieger bij een landelijke eenheid lichamelijk en psychisch in staat is de functie van vlieger te blijven uitoefenen, nadat hij de voor zijn functie vastgestelde leeftijdsgrens heeft bereikt;

g. om te beoordelen of sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 94, derde of vierde lid;

h. om te beoordelen of de ambtenaar die wegens ziekte volledig ongeschikt is geweest zijn arbeid te verrichten, zijn arbeid mag hervatten;

i. voor zover dit voortvloeit uit enige wettelijke verplichting;

j. indien hij in verband met de uitoefening van zijn werkzaamheden aan bijzonder gevaar voor zijn gezondheid blootstaat, of hij is benoemd in een functie waarvoor bij aanstelling een geneeskundige keuring is vereist als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel c.2.

Het bevoegd gezag stelt de ambtenaar buiten dienst indien na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 18 van de Arbeidsomstandighedenwet dan wel een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in het eerste lid, wanneer blijkt dat sprake is van een zodanige lichamelijke of geestelijke toestand dat de belangen van de ambtenaar, van de dienst of van bij het verrichten van de arbeid betrokken derden zich er tegen verzetten dat de ambtenaar zijn arbeid blijft verrichten.

De ambtenaar wordt niet buiten dienst gesteld, indien hem andere passende arbeid kan worden opgedragen.

Indien de ambtenaar buiten dienst wordt gesteld, wordt hij aangemerkt als ambtenaar die wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, in welk geval hoofdstuk 10 van het Besluit bezoldiging politie van toepassing is

Bedrijfsarts Loogman: “Het idee dat mensen zich om elk wissewasje ziek melden klopt niet.” (nu.nl) 12-03-2019

Het is grijs en regenachtig buiten, je bent snotterig en het is pas dinsdag. Ziek melden en terug je warme bed in of winnen plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel het?

Over geen zin en een beetje kwakkelig zijn, kan bedrijfsarts Frank Loogman kort zijn: “Je hebt een contract met je werkgever om tegen betaling diensten uit te voeren. Als dat om medische redenen tijdelijk niet kan, dan is daar niets aan te doen. Maar ‘geen zin’ heeft daar niets mee te maken.”

Eerst de feiten. Wat kun je van je werkgever verwachten als je je ziek meldt? Werkgevers mogen volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) niet zomaar naar al je gegevens vragen bij een ziekmelding.

Je hoeft dus niet te vertellen wat je precies mankeert, schrijft de Autoriteit Persoonsgegevens in de beleidsregels De zieke werknemer. Een werkgever mag niet vragen wat je hebt en ook niet wat je mogelijk nog wel kan doen die dag.

Kun je nog tillen, wil je in een aparte kamer werken of kun je alleen de telefoon opnemen en verder niks? De werknemer hoeft deze vragen niet te beantwoorden.

Werkgevers mogen wel andere vragen stellen

Een werkgever mag wel vragen naar het telefoonnummer en (verpleeg)adres. Verblijf je tijdens je ziekte in een ziekenhuis, verslavingskliniek of psychiatrische inrichting, dan is het voldoende om te zeggen dat je in een zorginstelling verblijft.

Ook mag de werkgever informeren naar de vermoedelijke duur van het verzuim. De werkgever mag zich laten informeren door de bedrijfsarts als het antwoord onduidelijk is.

Dit geldt ook voor navraag naar de lopende afspraken. Verder mag de werkgever vragen of de werknemer onder een van de zogenoemde vangnetbepalingen van de Ziektewet valt. Hij of zij mag niet vragen om welke vangnetbepaling het gaat.

Dit zijn de vangnetbepalingen:

  • Werknemers die door zwangerschap arbeidsongeschikt zijn
  •  Werknemers die door orgaandonatie arbeidsongeschikt zijn
  • Werknemers met een arbeidsongeschiktheidsverleden die binnen vijf jaar na indiensttreding opnieuw arbeidsongeschikt worden en oudere werknemers die voorafgaand aan de indiensttreding minimaal 52 weken een uitkering op grond van de Werkloosheidswet hebben ontvangen en die binnen vijf jaar na indiensttreding (langdurig) ziek worden

Geen orgaantransplantatie, zwangerschap of gebroken ledematen, maar wel toe aan een paar dagen thuisblijven? Je werkgever kan dan ter controle een arbo- of bedrijfsarts inschakelen. In het verzuimbeleid van het bedrijf staat na hoeveel dagen dat kan worden gedaan.

Die arts kan vervolgens contact opnemen om te kijken hoe het met je gaat en je uitnodigen op het spreekuur. Die uitnodiging mag je niet weigeren.

‘Ook de sfeer op de werkvloer kan je ziek maken’

Het idee dat mensen zich om elk wissewasje ziek melden klopt niet, zegt de bedrijfsarts. Gemiddeld melden Nederlanders zich slechts één keer per jaar ziek, vertelt Loogman.

“Er zijn tal van oorzaken die je ziek kunnen maken. Hoe de sfeer op de werkvloer is, of je veel stress ervaart, of je steeds dezelfde handelingen moet uitvoeren en daar fysiek ziek van wordt. Er valt niet veel algemeens over te zeggen. “

“Met een zielige stem opbellen en het er een paar dagen lekker van nemen, gebeurt echt niet zo vaak. In 95 procent van de gevallen gaat het ziekteverzuim gewoon goed.”

Aandacht en erkenning is het begin

Wat je van een werkgever mag verwachten als je je ziek meldt, is volgens de bedrijfsarts in ieder geval empathie. “Aandacht, respect voor het besluit om niet te komen werken, betrokkenheid tijdens de ziekte en erkenning voor het probleem, daar begint het mee.”

“Als iemand zich meer dan drie keer per half jaar ziek meldt, dan klopt er iets niet.”

Frank Loogman

Ook mag het herstel niet worden belemmerd, dus een afwachtende houding is op z’n plaats. “Even een appje bij een verkoudheid en vragen of het weer gaat is prima. Maar elke dag bellen als iemand herstelt van een gebroken been is te opdringerig.”

“Als iemand zich meer dan drie keer per half jaar ziek meldt, dan klopt er iets niet”, meent Loogman. “Wat er niet klopt, dat hangt af van de beroepsgroep en het individu. Iemand heeft bijvoorbeeld een moeilijk gesprek gehad over zijn functioneren en meldt zich de dag erna ziek.”

“Boosheid en schaamte over dat gesprek is geen ziekte, maar het kan zijn dat iemand al maanden op z’n tenen loopt, de taken niet aankan en het negatieve gesprek de druppel was. Dan kan een gezamenlijk gesprek met de bedrijfsarts zorgen voor een oplossing.”

Ga preventief naar de bedrijfsarts

Wat veel werknemers niet weten, zegt Loogmans, is dat zij recht hebben op een bezoek aan de bedrijfsarts zonder dat de werkgever daarvan op de hoogte hoeft te worden gesteld.

“Als er iets is op je werk dat klachten veroorzaakt, kan dat worden besproken met de bedrijfsarts. Die kan je vervolgens adviseren om gerichte therapie te volgen of tijdelijk wat minder te werken en met die aanbeveling kan een werknemer in gesprek met de leidinggevende.”

Tussen een werknemer en werkgever bestaat een relatie die vaak ook persoonlijk is, zegt Loogmans, en beide partijen willen graag dat die goed blijft

Bedrijfsarts bedreigd

Mag de bedrijfsarts de politie melden dat hij zich bedreigd voelt door een werknemer?

Op basis van de KNMG-Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie mag de bedrijfsarts aangifte doen als er goede redenen zijn de dreiging te beschouwen als een direct gevaar voor zichzelf of derden.

Het beroepsgeheim ten opzichte van de werkgever mag pas worden doorbroken bij een direct gevaar voor werknemer, werkgever of collega’s. Wel mag een bedrijfsarts, die door agressief gedrag van een werknemer geen oordeel over diens belastbaarheid kan geven, daar in neutrale termen over rapporteren. Voorbeeld: ‘Werknemer werkt onvoldoende mee aan mijn onderzoek, waardoor ik geen oordeel over zijn belastbaarheid kan geven. Deze niet-coöperatieve opstelling kan de werknemer worden aangerekend.’

De werknemer zelf kan altijd worden gewaarschuwd dat agressief/intimiderend gedrag – waarbij aangegeven wordt om welk gedrag het gaat – in de toekomst niet geaccepteerd zal worden en dat de begeleiding in dat geval niet zal worden voortgezet. Als er sprake is van herhaling ondanks waarschuwing of ernstige bedreigingen/geweld kan aan de werkgever bericht worden dat de begeleiding niet zal worden voortgezet. Hierbij wordt geen opgave van redenen gegeven: het is aan werkgever zelf om dat bij de werknemer uit te zoeken. Let wel: als gedragingen veroorzaakt worden door een psychische stoornis, wordt meer verwacht van hulpverleners!

Bron: Leidraad Bedrijfsarts en Privacy, pag. 27.